Recensie

Een snik in de stem

12-03-2013 16:00

Pien Feith werd in 2011 met de release van haar album Dance On Time de hemel in geprezen. Nu, in maart 2013, staat ze aan de vooravond van de release van haar tweede album: Tough Love. Voor de opnames zijn verschillende studio’s betrokken, waaronder een in ‘Windy City’ Chicago waar ze onder leiding van producer Chris Moore (Yeah Yeah Yeah’s, Liars, TV on the Radio) de opnames afmaakte met de nodige analoge apparatuur.

Waar Dance on Time een mengsel was van indiepop en electronica, is op de opvolger de weegschaal veel meer doorgeslagen naar de electronische kant. De synthesizers en drumcomputers spelen een veel dominantere rol. De sound ligt ergens op een kruispunt van (synth)pop en de wat donkere sounds uit de jaren 80 en 90. Het scala aan invloeden is wat dat betreft breed en loopt bij wijze van spreken van new wave tot Nine Inch Nails. Ondergetekende ziet de Goth Kids uit South Park al hun non-conformistische dansje doen op Oh Radical Me. Wat ook opvalt is dat de liedjes kort zijn, geen noot teveel lijkt het devies. Compactheid troef dus.

Snik in de stem

Compactheid wil echter niet zeggen dat het saai is. De wendingen die gemaakt worden – zoals de ritmewissel in opener The Highway – houden het geheel spannend. Dat gaat ook op voor het belangrijkste instrument op deze plaat: Pien’s stem. Tekstueel gezien neemt ze zichzelf onder de loep en dat doet ze bijvoorbeeld in Betty Ford met een behoorlijke snik in haar stem en dat siert haar geluid. Je gelooft wat ze zingt en daar is ze, als we dit mogen geloven, soms heel eerlijk in.

Dansbaar en ingetogen zijn hier sleutelwoorden. Muzikale uitspattingen zoals Oh Radical Me en At The Blow Up doen je bewegen terwijl Money Not People je, in al haar ingetogenheid, langzaam doet meedeinen. Dat horen we ook terug in Snap Out met dito stem en een einde dat je doet zweven met ambient-achtige synthesizerklanken die vervolgens mooi doorlopen naar de hekkensluiter Get Things Done.

Minpuntjes

Meerdere nummers bevatten een bepaald drumcomputer geluidje – daarmee doel ik uiteraard op die verdomde TR808 snare! – die zo’n 30 jaar na de introductie erg cheesy over komt. Die sound is zo overgebruikt! Waarom zou je geen sounds uit recentere drumcomputers halen? Die zijn er legio. Tevens zou het gebruikte ritme in I Can Hustle, I Can niet misstaan in een track van een rapper als Pitbull en dat klinkt op een plaat als dit wat uit de toon, maar goed.

Verder werpt zich, na het horen van dit album, de vraag op hoe het geheel zou klinken als het ietsje puntiger (fuzz pedaaltje hier, een wat extremer klinkend effectje daar?) zou klinken met wat langere nummers. Misschien is dat een mooi uitgangspunt voor een derde album maar daarmee lopen we op de zaken vooruit. Van een “moeilijke tweede”, waarover critici graag spreken, is hier in ieder geval geen sprake.

Tarik el Fehmi is muziekliefhebber.