Fotograaf Corine Vermeulen: ‘Detroit: ongewoon futuristisch’

14-05-2013 12:00

‘Waarom woon je in hemelsnaam in Detroit?’ Ik wilde deze vraag niet als eerste stellen, maar hij brandde op mijn lippen. Corine Vermeulen (35) lacht, stapt van de wiebelende keukentrap en legt de rol tape waarmee zij haar expositie in Den Haag voorbereid neer op een tafel. ‘Ondanks alle ellende is Detroit ook een soort magisch sprookjesbos, middenin de stad.’

Detroit: Autostad van Amerika. Bakermat van ‘Motown’. Strijdtoneel van de burgerrechtenbeweging in de jaren zestig van de vorige eeuw. In de zomer van 2001 kwam deze Nederlandse fotografe er voor het eerst. Vermeulen volgde een Masteropleiding Fotografie aan de Cranbrook Academy of Art. Nadat ze was afgestudeerd in 2004 keerde zij terug naar Amsterdam. Haar fascinatie voor Detroit bleek echter zo hardnekkig dat zij kort daarna opnieuw haar koffers pakte en zich er vestigde. Inmiddels is Vermeulen een fulltime Detroiter en internationaal bekend om haar fotografie. In haar auto knalt, hoe kan het ook anders, ‘Model 500’ regelmatig haar speakers uit.

Dwars

Toen ik vorige week hoorde dat zij voor het eerst in jaren weer naar Nederland zou komen voor haar expositie, heb ik direct contact met haar gelegd. Ik moest haar gewoon spreken. En het liefst gisteren. Want haar visie op Detroit intrigeert me mateloos. Vermeulen schept namelijk een beeld van Detroit dat haaks staat op de standaard berichtgeving in de media de laatste jaren.

Terwijl ik in het Haagse Nutshuis achter de schermen haar portretten mag bekijken die nu nog op de grond tegen de muur staan gestald, zegt ze met een stellige blik in haar blauwe ogen: ‘Ik wil het oppervlakkige clichébeeld van de vervallen en verlaten stad onderuit halen.’

Rijen met leegstaande huizen. Gaten in het wegdek. Gedwongen woningverkopen en daklozen. Deze ‘cliché’ beelden lijken op het eerste gezicht te passen bij een stad met torenhoge schulden en tekorten. Een stad waar ongeveer zestig procent van de bevolking is vertrokken en vele arbeidsplaatsen zijn verdwenen. Detroit stevent af op een faillissement en is onder curatele geplaatst. Rick Snyder, gouverneur van de staat Michigan, heeft een speciale ‘Emergency Manager’ aangesteld met de schone taak om te voorkomen dat de stad bankroet gaat.

Detroit, eens een paradepaardje van de Amerikaanse economie, nu het symbool van westerse stedelijke neergang. Of toch niet?

Ron

Samen met Vermeulen verken ik de tentoonstellingsruimte. Mijn ogen blijven hangen op een portret van een man, veertiger, middenin een soort peperkoekhuisje uit ‘Hans en Grietje’. Het is een warme, gezellige mengelmoes van een schuin dak met houten balken tot snuisterijen met clownsgezichten en een bonte gehaakte sprei op bed. Vermeulen: ‘Dit huis was helemaal uitgebrand. Ron kocht het voor zo’n 500 dollar. Een vriend had beloofd om hem te helpen het huis bewoonbaar te maken. Na de aankoop bleek die ‘vriend’ in geen velden of wegen meer te bekennen.’

Wat moest Ron doen? Zoals hij zelf vertelde: ‘Ik heb alleen eens een boomhut gemaakt.’ Maar hij blijkt ontzettend handig te zijn. Op een gegeven moment zette hij een knop om en begon hij ‘hier en daar gezellige hoekjes te creëren’. Zijn inspiratiebron? De prentenboeken met sprookjes die hij las toen hij klein was. Met bij elkaar gesprokkeld hout en andere gevonden materialen wist hij uiteindelijk helemaal zelf een thuis te maken waarin hij zich prettig voelt, inclusief een badkamer die functioneert. Ron: ‘Vrijwel al het hout hier komt van de sloop. Niet om de aarde te redden, maar omdat ik geen cent te makken heb.’

‘The only environment you can control is your own environment’

Ron is één van de Detroiters die zijn geïnterviewd en gefotografeerd voor ‘Making Home’, een samenwerking met Christian Ernsten (interviews) van Partizan Publik.

Door inwoners te fotograferen in hun woning wil Vermeulen een intiem beeld van Detroit schetsen. Zodat de ‘verlaten, vervallen stad’ een gezicht krijgt. Naast Ron wonen er nog steeds ruim zevenhonderdduizend mensen in Detroit. Mensen die er zijn geboren en getogen en er nooit weg willen. En mensen die maar met moeite het hoofd boven water houden. Maar ook mensen die de stad hebben gekozen als manier van leven, zoals kunstenaars. Ieder met zijn of haar eigen verhaal.

Vermeulen en Ernsten gingen hierbij op zoek naar het antwoord op de vraag hoe Detroiters een thuis creëren in een situatie die buiten hun eigen vier muren complex en ongrijpbaar is. De fotografe: ‘Buiten is het heftig. Het leven in de stad is hard. Er is sprake van een hoge werkeloosheid en het onderwijssysteem is slecht. En soms hebben mensen weinig hoop. But the only environment you can control is your own environment.’ Het valt haar vooral op dat de inwoners van Detroit door de harde realiteit juist creatiever zijn. Met heel weinig creëren mensen heel veel. ‘Daar is dan ook de tijd en de ruimte voor in Detroit.’ Terwijl ze dat zegt trekt ze haar schouders op en houdt ze haar hoofd wat schuin. ‘Dat valt me misschien vooral op omdat ik oorspronkelijk uit Nederland kom.’

Klimop of val om

Er is één uitspraak van Vermeulen die enorm door mijn hoofd blijft spoken: ‘Het leven in Detroit voelt ongewoon futuristisch aan.’ Want volgens haar borrelt en beweegt het in Detroit. Er is iets gaande. Deze plek is het toekomstbeeld van een stad in een postindustriële wereld. Waarin Amerika het niet meer voor het zeggen heeft. Maar wat betekent dat dan voor het leven in zo’n stad?

Voor ‘Your Town Tomorrow’, waar zij ongeveer zes jaar mee bezig is geweest, ging Vermeulen op zoek naar nieuwe ruimtes en nieuwe vormen van leven in de stad. Zonder al te veel over de expositie te verklappen is één van haar belangrijkste bevindingen dat saamhorigheid een grote rol speelt in de huidige levens van Detroiters. ‘Mensen helpen elkaar met van alles en bundelen hun krachten.’

Wat opvalt is dat groene bladeren en groen gras haar beelden domineren. Vermeulen: ‘Detroit kent lange, strenge winters maar die fotografeer ik bewust niet. Het groen is een metafoor voor vernieuwing en verandering. Een andere maatschappij, een andere manier van leven. En dat gebeurt nu!’

Op mijn netvlies gegrift staat het portret van William, een klein jongetje met een licht getinte huid en oranje(!) kroeshaar. Hij staat voor een huis waarvan je nog net kunt zien dat het wit is, want het is overwoekerd met groene klimop. Vermeulen: ‘Ongeveer vijfentachtig procent van de inwoners van Detroit is ‘African American’. De verhoudingen tussen blank en zwart staan op gespannen voet, maar naar mijn idee een stuk minder bij de nieuwe generatie. En daar valt hoop uit te putten voor de toekomst.’ Voor Vermeulen symboliseert William de geboorte van een andere mindset.
Het is tijd voor de fotografe om weer op de ladder te klimmen. Dat ene beeld hangt nog niet recht. We nemen afscheid en terwijl ik naar de uitgang van het historische bankgebouw wandel, kijk ik nog een keer achterom naar het portret van Ron. Is Detroit een stad van wanhoop of hoop? Een stad van het verleden of de toekomst? Het brengt me ook bij de volgende vraag: hoe vitaal is Amerika eigenlijk? Ik hoor nog deze woorden van Vermeulen: ‘Er is weinig in orde in Detroit, waardoor er een bepaalde anarchie heerst in de stad. Tegelijkertijd kan er daarom heel veel.’

Het werk van Corine Vermeulen wordt tentoongesteld tijdens de expositie Off the Grid in Het Nutshuis in Den Haag. Opening en debat: 16 mei, vanaf 19.00 uur.