Een willekeurige lijst aan Nederlandse releases (3)

01-01-2014 14:59

Het afgelopen jaar schreef ik weinig – te weinig – over Nederlandse artiesten op de Cult pagina van The Post Online. De stukken die ik daar nu over schrijf gaan nu naar Luifabriek, een Engelstalige site die mid 2013 de lucht in ging. En hoe goed ik een plaat ook vind, ik schrijf er liever geen twee keer over dezelfde plaat. Neemt niet weg dat er het afgelopen jaar weer de nodig kwaliteitsreleases zijn uitgekomen. Om dit toch een beetje goed te maken een subjectieve selectie uit die kwaliteitsreleases. Geen top tien of zo iets vaags. Geen beste van 2013, maar gewoon een aantal platen waar ik van vind dat die meer aandacht verdienen.

Bart van der Lee – Ballads For The Heathens And Dying

Sommige artiesten halen hun inspiratie uit hun geloof. Anderen vinden juist het woord in de val van het woord. Op Ballads For The Heathens And Dying laat Bart van der Lee met duidelijke bewoording weten dat hij tot deze laatste groep behoort, met acht nummers waar hij zijn radicale breuk met zijn streng protestantse wortelen bezingt.

Traag brandende folk, doordrenkt met alcohol en ellende geboren uit een jeugd vol predestinatie, hel en verdoemenis is het muzikale vat waar uit de ballades komen. Bij momenten klinkend alsof Wovenhand en Tom Waits elkaar de hand schudden. Het zijn het soort platen dat doet hopen dat er nog enige tijd een zwarte kousen gemeenschap in Nederland te vinden is, want zolang deze bestaat zullen er mensen zijn die zich op literair, muzikaal of cultureel andere grootse wijze uit zullen vrij vechten.

Hunter Complex – Heat

Prince, de kleine muzikale reus. Wanneer ik Hunter Complex hoor moet ik altijd aan de Amerikaanse wereldster denken. Niet dat er een muzikale connectie is tussen die twee, behalve dan dat de man achter Hunter Complex, Lars Meijer, een groot fan is van de popgeweldenaar. Zijn werk heeft daar echter weinig mee te maken. Onder de naam Hunter Complex brengt hij sinds 2010 jaren 1980 geïnspireerde synth pop uit.

Heat, het tweede album van een van de mannen achter het label Narrominded, leunt even goed op de analoge synthesizers als de voorganger, maar breng daar meer dreiging en diepte in. Het is als een soundtrack bij een film waarin niets is zoals het lijkt en een liefelijk tafereeltje dus een horror soundtrack krijgt. Voortdurend wringt en wrijft de elektronica van Hunter Complex, wat een album maakt dat je van begin tot eind bij de lurven neemt en bij de les houdt.

WOLVON – folds.

Alleen al om de hoes van deze langspeler moet je deze in huis nemen. Een vouwpakket dat een enorm hoeveelheid mogelijke hoezen om tegen aan te kijken geeft. En ja, wanneer zoveel over de buitenkant is nagedacht, dan is dat meestal ook over de binnenkant. Persoonlijk denk ik dat het trio op folds., de ideale mix tussen soul, noiserock en posthardcore heeft gevonden, maar daar schijn ik vrij eenzaam in te staan. Noise soul roep ik dank ook op Luifabriek.

Punt is echter, en dat is belangrijker, dat de heren uit Groningen in staat zijn prachtige popsongs met prachtige pophoeks te schrijven om deze vervolgens compleet en volledig de vernieling in te werken. Dit maakt folds. wellicht tot een van de betere noise platen die u dit jaar heeft kunnen horen, daar veel noise bands die eerst twee stappen dom weg vergeten of niet beheersen. Feit is dat juist dit het onderscheid maakt tussen gewoon herrie en noiserock. Een onderscheid dat WOLVON dus volledig beheerst.

Death Letters – Common Prayers

Een plaat met een verhaal. Naar het schijnt zijn alle nummers gebaseerd op aantekeningen gevonden in een tweedehands gebedenboekje. De vorige eigenaresse had bij belangrijke gebeurtenissen de kantlijn volgekrabbeld met herinneringen. Iets wat Duenda Ariza Lora inspireerde tot nieuwe nummers, geënt op deze krabbels. Iets wat op Common Prayers heeft geleid tot een treffende mix van indierock, hardcore en postrock, in navolging van het tweede album Post-Historic. Zij het meer verfijnd en – mede dankzij een ijzersterke productie – verbeterd op deze derde langspeler. Mooi om te zien hoe dit duo van een sterke The Black Keys kopie geleidelijk uitgroeit tot gewoon een sterk duo met een stevig eigen geluid.

Boef En De Gelogeerde Aap – Niet Hier

Boef En De Gelogeerde Aap komt uit Tilburg. De vader van rapper Waterreus (De Gelogeerde Aap) is docent geschiedenis. Ik ben docent geschiedenis en heb in die hoedanigheid en als mentor en schoolbegeleider vier jaar les gegeven aan zijn neef. Verrek, ik heb waarschijnlijk zelfs de hand geschud met vader Waterreus (gitarist op deze derde CD van het duo), of het moet zijn dat de desbetreffende neef nog een oom heeft die geschiedenis doceert. En in mijn tijd bij 3voor12 Tilburg heb ik nog geregeld biertjes gedronken met de oudere broer van DJ Tom Maas (Aap) die de foto’s maakte bij concerten waar ik over schreef. Zij het dat ik het duo Thomas en Tom zelf nooit heb gesproken, zou je me dus eenvoudig weg kunnen zetten als subjectief.

Toch moet u mij op mijn woord geloven dat de wonky hiphop van Boef En De Gelogeerde Aap op Niet Hier van uitgesproken hoog niveau is. Na Vind Ons, Wij Zijn, (is) Niet Hier de afsluiter van een drieluik begonnen in 2009. Drie albums in elkanders verlengde, groeiend van een veel belovend eigen en uniek geluid naar een stevig ontwikkeld eigen en uniek geluid. Zowel in beats als in tekst en de uitvoering daarvan is Boef En De Gelogeerde Aap een tweetal dat alleen staat in de Nederlandse hiphopscene. Tom Maas legt een traag en diep fundament van lome, donkere dubstep met flarden jazz, grime en vlagen elektro, waarop Thomas Waterreus zijn associatieve en diepere teksten opbouwt. Een uniek geluid in Nederland.

White Slice – Antartica

Hier kan ik een stuk korter over zijn. Hardcore punk zoals hardcore punk moet klinken. Negen nummers in negentien minuten, fel rammende gitaren een bevlogen, nee, bezeten zanger die zijn teksten uitspuugt alsof hij net een zakje Surinaamse sambal heeft uitgelikt. Voeg daar een vrachtlading aan ruwe energie aan toe en je hebt Antartica. Klopt uw hart ook harder van een goede portie vroege Sick Of It All dan moet u dezeplaat in uw armen sluiten als het uw nieuwe grote liefde is. Althans, voor negentien minuten dan.

Ben ik dan nog een plaat vergeten? Vast. Nee,Jacco Gardner, Tim Knol of een van de andere breed besproken Nederlandse artiesten ben ik niet vergeten. Die heb ik niet genoemd omdat ik er a) zelf weinig mee heb, b) deze op andere plekken al uitgebreid besproken zijn. Heb ik alles besproken wat ik de moeite waard vond van eigen bodem dit jaar? Nee, ook dat niet.

Terwijl ik dit afsluiten stuk schrijf, vraag ik mij af waarom ik de samenwerking tussen Machinefabriek en Banabila niet heb genoemd. Of niet ook nog even snel aandacht moet besteden aan de fijne powerrock van het Eindhovens Deadly D, die mij naar aanleiding van deel 1 op de door Jon Auer geproduceerde debuut cdwezen. Een band Denvis in de gelederen en een set hooks die een willekeurig The Posies fans gegarandeerd zal bevallen. Benelux, Claw Boys Claw (verrek Claw Boys Claw, dat kwam met een ijzersterk album terug), Bettie Serveert, Bullerslug, Vakantie, Eins, Zwei And The Parallel Orchestra, Mercy Giants (ook al een juweeltje) allemaal pracht platen gemaakt het afgelopen jaar. Maar ik moet ergens afsluiten, en dat doe ik hier.