Leef het leven

10-01-2014 14:30

‘Alles volgens planning. Nog maximaal vier weken. Lijkt me meer dan genoeg, ik kijk ernaar uit. Klinkt misschien stom, maar klaar is klaar.’ 

Koen gaat dood

Terwijl ik een slokje neem van mijn bokbier, komt het smsje van mijn vriend gisteravond als een ongeleid projectiel binnen. Ik wist het al langer, was het me bewust, maar nu staat het er echt, Koen gaat dood. Het is 1988 en ik loop hem tegen het lijf in de gang van KMBO De Schalmen in Huizen. De voorloper van het latere ROC in Hilversum, het Dudok College. Kleine, goedlachse man, olijke blik, vol temperament, druk pratend en gebarend met een Brabantse tongval, want zijn roots liggen in Breda. Hij is van 1963, ik van 1953, maar we zijn even speels, onbezonnen en even drankzuchtig. In het Bonte Paard in Laren sluiten we een verbond voor het leven, blijkt achteraf.

Op de een of andere manier hebben we altijd contact, want onze bloedband gaat verder dan de liefde voor Belgisch bier. Jip, de oudste dochter van Koen, wordt geboren op 18 januari 1992, 12 dagen later mijn jongste, Akke. Binnen twee weken bij elkaar op kraamvisite, twee trotse vaders van nu prachtige meiden, in de bloei van hun leven.

Een vrolijke performance

In Amersfoort zie ik haar staan naast haar vader, samen met zusje Fee. Trots en bewogen zingen ze in de afscheidsshow van hun vader, ‘Gluren bij de Buren, verhaaltjes van een kankerpatiënt’, de eerste voorstelling.
Op een afgeladen binnenvaartschip houdt Koen, zijn levenlang al vertolker van de betere smartlap en het levenslied, zijn kankermonoloog en zijn boodschap behoeft verder geen commentaar, want die is zo helder als glas. Want al ga je dood op je vijftigste, blijf tot de laatste minuut genieten en positief, zodat je met opgeheven hoofd je dierbaren achter je kunt laten.

Ik zie tranen tussen het publiek, vooral vrouwen kijken vol medelijden naar Fee en Jip, want al zijn de jonge vrouwen nog zo solidair met hun vader op het podium, op zeer korte termijn zullen ze het zonder ‘Koentje’ moeten stellen. Toch is dat tijdens de raamvertelling, waarin een reis naar Spanje en het verloop van Koens medische traject in elkaar vervlochten zijn, niets van het naderend afscheid te merken. Net als papa kijken de meiden met open blik naar het publiek, dat van die openheid over dood, ziekte en verderf bijkans ongemakkelijk wordt. Want wie gooit zijn slopende ziekte te grabbel en maakt daar een vrolijke performance van?

Inderdaad, Koen.

Een folder met fataal nieuws

Tussen de regels door beluister ik ook een cynische analyse van het medische traject, waarin Koen sinds 1 mei 2013 verzeild is geraakt. Mijn God, dat is nog maar negen maanden geleden, dus binnen een jaar sloopt de kanker zijn kleine, bewegelijke lijf.

Het begint met bloed plassen in het café, en de schrik slaat om Koens hart. Een onderzoek van de blaas, waarbij een cameraatje via de penis naar binnen gaat, in zijn kankermonoloog wordt het publiek geen detail bespaard, wordt een kwaadaardige cyste geconstateerd. Maar zoals het nog te vaak gaat in de wereld van de ‘wijze’ dokters, die vergeten te communiceren en onterecht op een voetstuk worden geplaatst, leest Koen pas in een foldertje op de gang dat ‘blaastumoren voor 95% kwaadaardig zijn en altijd terugkomen.’ Dat was de dokter in de haast even vergeten te vertellen en het foldertje heeft een verpletterend effect in het zorgelijke brein van mijn lieve vriend. Paniek maakt zich meester van de man, die op 12 augustus in 2013, met de wetenschap dat ie dood gaat, nog uitbundig zijn vijftigste verjaardag vierde met zijn grote, warme, Brabantse familie.

Stoma erin en klaar

De hoop dat de kanker zich alleen in de blaas heeft genesteld wordt binnen een week al ontzenuwd door een scan. ‘Ik heb slecht nieuws voor u, we hebben de scans bekeken, de tumor is goed te verwijderen, maar zit ook in de blaaswand, dus verwijderen heeft geen zin meer’, legt Koen uit aan zijn publiek in ‘Gluren bij de Buren.’ ‘Geen zin meer? Haal die blaas eruit, stoma erin en klaar’.

Maar vervolgt Koen: ‘De kanker zit op teveel plaatsen, in de lymfe, in de blaas en in het buikvlies en dat is fataal.’ Koen is ten dode opgeschreven en besluit van zijn fatale lot een deugd te maken: de medemens op de bühne laten zien dat vechten, winnen en overwinnen altijd het leitmotiv moet zijn tijdens je ongeneselijke ziekte, terwijl je weet dat je alsnog het loodje legt. ‘Toch voel ik mij nu al een winnaar, maar wat is een winnaar?’

Koen is niet alleen

Ik gaf Nederlands en Koen was van de textiele werkvormen. Ooit een mannelijke collega gehad die breiles gaf aan pubers? Ik wel. In onze dépendance op de Eikbosserweg in Hilversum was geen geld voor een conciërge, dus dweilden Koen en ik zelf de gangen na een lekkage. En als we geen zin hadden om les te geven, stopten we een VHS-je in de recorder onder het mom van audiovisueel onderwijs. Koen was iets te amicaal met zijn leerlingen, dus raakte hij vaak verstrikt in ordeproblemen, die we dan samen oplosten, want samen ben je sterker dan alleen.

Na de voorstelling in Amersfoort neem ik afscheid van Koen en zijn prachtige dochters. Koen gaat inderdaad dood, maar is niet alleen.

Laatste voorstelling: 15 januari 20.30 MAVO Muurhuizen Zangvogelweg 4 Amersfoort (klein voorbehoud)
Koenschellekens.blogspot.nl