Leven

‘Vergelijk Bart Smit-folder niet met Islamitische vrouwenhaat’

23-01-2014 14:01

‘Islamitische vrouwenhaat is geen probleem van internationale proporties.’ Dat schrijft Asha Ten Broeke in een uitgebreide reactie op een opiniestuk van Machteld Zee, getiteld ‘Vrouwenhaat moslims valt niet goed te praten’.

Als islamitische vrouwenhaat geen probleem is van internationale proporties, dan vraag ik me werkelijk af wat Ten Broeke wél een probleem van internationale proporties vindt (alleen het klimaat, wellicht?). Ten Broeke betoogt dat Zee, maar ook Joost Niemoller en Maja Mischke, ‘eerst alles wat er mis is met moslims en vrouwenrechten zo groot mogelijk maken’, en ‘vervolgens wat er mis is in onze eigen cultuur zo klein mogelijk maken’. Ze noemt dat een ‘subtiele drogreden’.

Bart Smit-folder: ‘een enkel lullig voorbeeld’

Het lijkt er op dat Ten Broeke met ‘zo groot mogelijk’ en ‘zo klein mogelijk’ verwijst naar het aantal voorbeelden dat wordt aangehaald, want ze verduidelijkt: ‘Nadat islamitische vrouwenhaat is opgeblazen tot een probleem van internationale proporties en westers seksisme is teruggebracht tot een enkel lullig voorbeeld, wordt de vergelijking gemaakt’. Los van het feit dat Ten Broeke dus blijkbaar zelf ook vindt dat ze de kostbare zendtijd die ze kreeg in Pauw en Witteman heeft verspild aan een ‘lullig voorbeeld’ (de veelbesproken Bart Smit-folder), gaat het volgens haar dus (vooral) over kwantiteit en niet over de aard of kwaliteit.

Dat doet meteen denken aan mensen die zeggen dat ieder als beledigend ervaren woord even zwaar kwetst als een messteek. Alsof het vrouwenleed als gevolg van honderd voorbeelden van wat Ten Broeke ‘westers seksisme’ noemt, nog maar in de buurt komt van het vrouwenleed dat door één voorbeeld van islamitische vrouwenhaat wordt veroorzaakt.

Net andersom

Maar het is natuurlijk net andersom: Ten Broeke minimaliseert (vooral ook uit onwetendheid) de vrouwenhaat vervat in de islam(itische leer en cultuur) en blaast de laatste restanten van (vrouwen)ongelijkheid in onze cultuur disproportioneel op; zéker wanneer je het vergelijkt met haar (gebrek aan) kritiek op de minderwaardige positie van vrouwen in de islam, islamitische leer en cultuur. Een van de oorzaken daarvan, weten we dankzij Thierry Baudet, is ‘oikofobie’. Tevens heeft Geenstijl – ik weet het, dat zijn niet echt de vrienden van Ten Broeke – er een mooie term voor gelanceerd: ‘verontwaardigingsdiscrepantie’.

Machteld zee gaat kort door de bocht

Overigens gaat Machteld Zee op het eind van haar prima artikel veel te kort door de bocht wanneer ze de politiek correcte riedel poneert dat ‘de core business van de drie monotheïstische godsdiensten naast mensen angst aanjagen voor de dood, het bestendigen van sekseongelijkheid ten gunste van mannen’ is. Ik ga daar hier verder niet op in, maar ik geloof dat – los van de strekking van Zees artikel – Ten Broeke het met dát citaat van Zee geheel eens kan zijn. Maar o wee wanneer je in die zin ‘de drie monotheïstische godsdiensten’ vervangt door ‘de islam’. Dan zegt Ten Broeke: kan niet, mag niet, want ‘dé islam’ is niet het probleem.

Vals intentieproces

In haar repliek op Zee, Mischke en Niemoller blijft Ten Broeke eigenlijk hangen in een vals intentieproces over (deze drie) islamcritici. Ze laat immers na inhoudelijk aan te tonen dat Zee, Niemoller en Mischke enerzijds vrouwenhaat in de islam ‘zo groot mogelijk maken’ en anderzijds ‘wat er is mis is in onze eigen cultuur zo klein mogelijk maken’.

Hoe kun je nu in vredesnaam ‘wat er mis is in onze cultuur’, zoals ‘loonkloven, glazen plafonds, subtiele discriminatie, en ‘rape culture’ (Ten Broeke), nog maar in de buurt proberen brengen van de in de islam ingebakken vrouwenhaat die dagelijks uit alle poriën van de islamitische wereld (en ook daarbuiten) druipt? En dat dan nog op een moment dat men bij ons meer dan ooit debatteert over vrouwenrechten en nog steeds verbeteringen probeert aan te brengen, terwijl het in de (Arabisch-)islamitische wereld voor vrouwen alleen maar slechter wordt.

Onderscheid in vrouwenhaat of in de bejegening van vrouwen

Ten Broeke heeft het over ‘een gevaarlijk soort onderscheid in subtypen vrouwenhaat’. Dus je mag geen onderscheid maken in vrouwenhaat of in de bejegening van vrouwen? De manager die zijn secretaresse af en toe een seksistische mop vertelt is van hetzelfde kaliber als de echtgenoot die zijn vrouw regelmatig fysiek mishandelt? Je mag dus niet stellen dat dit laatste meer aandacht en verontwaardiging verdient dan het eerste? Ga toch eens na, Asha, in welke cultuur vrouwen het allergrootste risico lopen om een ronduit ellendig bestaan te hebben: de westerse of de islamitische – en wat daarvan de fundamentele oorzaak is.

Vraag eens aan Ayaan Hirsi Ali waarom ze weg wou uit Somalië en koos voor Nederland. Of leg de jonge Pakistaanse heldin Malala – die overigens ‘de islam’ (jaja, die bestaat blijkbaar, Asha) jammer genoeg een warm hart toedraagt – eens voor of ze kiest voor een loonkloof en een glazen plafond in het Westen of een emmer bijtend Taliban–zuur in het Oosten. Is dat kiezen tussen de pest en de cholera, zoals Ten Broeke met haar relativisme eigenlijk suggereert? Neen, dat is kiezen tussen het beste ter wereld, de hemel, die weliswaar inderdaad op een aantal komma’s en punten (nog) niet perfect is, en de hel.

Oikofobie, disproportionaliteit, verontwaardigingsdiscrepantie

Machteld Zee slaat de nagel op de kop met deze zin: ‘Ruimte in de krant kan maar één keer worden volgepend, dus doe dat niet over een Bart Smit-folder, maar over een ex-moslima die vertelt dat ze gedwongen werd een boerka te dragen’. Inderdaad, wanneer je dan eens – als (zelfverklaard) feministe – mag aanschuiven bij de grote meneren Pauw en Witteman, waarom zou je er dan, zoals Ten Broeke deed, in godsnaam voor kiezen om het te hebben over Bart Smit-folders en niet over, ik zeg maar wat, de reportage in Brussel van studente Sofie Peeters, ‘Femme de la rue’, waarin Peeters laat zien hoe ze systematisch door moslims (op bedreigende wijze) wordt lastiggevallen?

Ik schreef daarover op deze website: ‘Minachting voor vrouwen zit ingebakken in de islamitische cultuur’, maar op de rijkgevulde website van Ten Broeke vond ik daarover geen enkel artikel. Wie op haar website de zoekterm ‘islam’ intypt vindt, echt waar, slechts één artikel, namelijk haar artikel van vandaag getiteld ‘Waarom ik dus niet tegen ‘de islam’ ben’, waarop ik bezig ben te reageren. Over oikofobie, disproportionaliteit en verontwaardigingsdiscrepantie gesproken.

In de grote pot

Volgens Ten Broeke stoppen Zee en Mischke ‘loverboys, mishandeling, hoofddoekjes’ alsook ‘verborgen vrouwen, islamitisch fundamentalisme, boerkadraagsters en vrouwenbesnijdenis’ ten onrechte ‘allemaal in de grote [islamitische] pot’. Zelf stopt Ten Broeke dan wel ‘Bart Smit–folders, loonkloven, glazen plafonds, subtiele discriminatie, rape culture en de moeilijkheden die transgenders ondervinden’ allemaal in de grote pot van het ‘westers seksisme’.

‘Hét westers seksisme’ bestaat dus – in tegenstelling tot ‘dé islam’ – en omvat volgens Ten Broeke de door haar opgesomde fenomenen, maar de term ‘islamitisch seksisme’ neemt Ten Broeke alleen in de mond wanneer ze schrijft dat ‘we islamitisch seksisme in Nederland op zijn eigen merites moeten beoordelen’ en dus niet in verband moeten brengen met andere (verderfelijke) facetten van de islam; laat staan dat we zouden mogen stellen dat ‘islamitisch seksisme’ – overigens een sterk eufemisme voor de islamitische vrouwenhaat – inherent is aan de islam(itische leer en cultuur). De reden volgens Ten Broeke: ‘Een meerderheid van de Europese moslims onderschrijft de democratische waarden en normen’. Nu heb ik net een recent onderzoek gelezen dat juist het tegenovergestelde concludeert, maar in elk geval is het een fundamentele denkfout te stellen dat de islamitische leer wordt bepaald door een meerderheid of door meerderheden van bepaalde moslims (daarover verder in dit stuk meer).

‘De islam’ bestaat

Wat Ten Broeke in haar stuk vooral laat zien is onwetendheid over de (geschiedenis en de aard van de) islam. Dat had ze overigens eerder al openlijk toegegeven, waarna ze sinds kort aan het lezen is geslagen in een boek van Irshad Manji, een oprechte dame die gelooft dat de oerstarre islam(itische leer) kan worden hervormd tot een zogenaamde ‘Europese islam’. Daarover schreef ik hier reeds dat alleen al de pogingen tot het creëren van zo’n ‘Europese islam’ aantonen dat er met ‘de islam’ as such iets fundamenteel mis is, niet het minst inzake vrouwen. Dat wil Ten Broeke echter niet geweten hebben. Het bevreemdt me dan ook dat Ten Broeke eerst (grootmoedig) toegeeft dat ze eigenlijk niets weet van de islam, maar vervolgens wel denkt te weten ‘hoe je daar [=het vaak verschrikkelijke lot van vrouwen in islamitische landen] het beste op kunt reageren’. Het verbaast me nog meer dat ze ook stelt te weten dat ‘er niet iets is zoals “de islam” of “de moslim”’.

Dat is een veelbeproefde (s)linkse methode om fundamentele islamkritiek te diskwalificeren en een kapitale denkfout. ‘De islam’ bestaat wel degelijk, net zoals ‘het christendom’, ‘het liberalisme’, ‘het nazisme’ en ‘het communisme’, om maar enkele ‘systemen’ te noemen. Dat wil zeggen: zij bestaan omdat zij een essentie hebben die rechtvaardigt dat we de term ‘islam’ of ‘liberalisme’ of ‘christendom’ of ‘communisme’ of ‘nazisme’ gebruiken. Natuurlijk kent de islam zoals andere systemen (kleine) stromingen en vertakkingen, maar wie de islam ten gronde bestudeert – wat Ten Broeke dus naar eigen zeggen nog lang niet heeft gedaan –, moet en zal er een essentie uit distilleren die op zijn zachtst gezegd – en niet het minst inzake vrouwen – niet koosjer is. Mensen die zichzelf ‘moslim’ noemen bestaan uiteraard in allerlei soorten en gewichten, maar dat zegt verder niets over de islamitische leer. Over het fundamentele verschil tussen ‘de islam’ – de leer, het systeem – enerzijds en ‘moslims’ – de aanhangers – anderzijds, schreef ik eerder een artikel op deze website.

Sint-Petersburgverklaring

Een initiatief zoals dat van Irshad Manji, die ‘de islam wil moderniseren’ via ‘interpretatie’ van de bronnen, zet geen zoden aan de dijk. Zolang er geen sprake is van het expliciet onderkennen van de problematische aard van ‘dé islam’, is die zogenaamde ‘Europese islam’ een doodgeboren kind. Ayaan Hirsi Ali heeft een paar jaar geleden de zogenaamde ‘Sint-Petersburgverklaring’ in het leven geroepen, wat mij betreft een mooie aanzet om de islam te ontdoen van zijn problematische elementen.

Natuurlijk blijft er van de islam niet echt veel meer over als hij wordt gestript van zijn vrouwonvriendelijke, intolerante en jihadistische aard, maar wie kan daar tegen zijn? Ik zal het u zeggen: vrome, orthodoxe moslims, want die hebben de islamitische bronnen aan hun kant. Bovendien is volgens de islam iemand afvallig en dus vogelvrij wanneer hij of zij de essentie ervan ontkent. Het is dus niet toevallig dat de veertien moedige ondertekenaars van Hirsi Ali’s Sint-Petersburgverklaring in minder of meerdere mate met de dood werden of worden bedreigd. In de praktijk heeft dus ook die verklaring geen enkele verandering teweeggebracht; ze heeft slechts het starre, intolerante karakter van de islam aangetoond.

Achterlijk

Ten Broeke stelt dat ze ‘ontzettend ongemakkelijk’ wordt van ‘het roepen dat de islam achterlijk is’ of van ‘het categorisch afwijzen van alles wat met deze godsdienst te maken heeft’, omdat het ‘eigenlijk alleen maar tot islamhaat kan leiden’. Ik zou Ten Broeke dan ook ten stelligste willen aanraden om zich eens te verdiepen in lectuur inzake de felheid waarmee destijds (en vaak nu nog) het ‘achterlijke christendom’ of de ‘achterlijke katholieke kerk’ door intellectuelen, filosofen, publicisten, schrijvers, kunstenaars, academici enzovoort werd aangepakt. Was dat niet gebeurd, dan zat Ten Broeke thuis aan de haard in plaats van aan tafel bij Pauw en Witteman.

Bovendien bestaan vandaag dezelfde soort felle critici van islamitische afkomst, zoals een Hafid Bouazza, die bijvoorbeeld de islam ‘agressie op zoek naar een oorzaak’ noemde, schreef dat ‘moslims niet creatief zijn, maar wel goed in het overnemen van termen en trucjes. Zolang ze hun beschimmelde religie maar in leven kunnen houden (al was het maar met een gesubsidieerde fietspomp)’, en recent poneerde dat ‘de islam na bijna een halve eeuw in Nederland een hopeloos geval is en in de hoek moet gaan staan’. Het spreekt voor zich dat Bouazza dit in de islamitische wereld niet zou kunnen schrijven. Hij mag dan ook van geluk spreken dat hij in Nederland woont, maar zelfs daar wordt iemand zoals hij door heel wat mensen in de steek gelaten.

Succesverhaal van ex-moslims

Asha Ten Broeke schrijft ook ‘ontzettend ongemakkelijk’ te worden van de suggestie ‘dat de enige manier waarop een vrouw bevrijd kan worden is door de islam de rug toe te keren’. Nochtans is dat precies het succesverhaal van talloze ex-moslima’s (en ook ex-moslims!) – weliswaar nadat ze doorgaans zowel fysiek als mentaal enorm hebben moeten lijden, wat dan weer maar eens de verderfelijke aard van de islam aantoont. Deze moedige vrouwen (en mannen) hebben in ieder geval het gelijk aan hun kant zolang goedbedoelende zielen als Irshad Manji er niet in slagen die zogenaamde ‘Europese islam’ vorm te geven en vooral: preponderant te maken.

Wie bijvoorbeeld ‘Victims of Intimidation: Freedom of Speech within Europe’s Muslim Communities’ leest, waarin Douglas Murray en Johan Pieter Verwey 30 trieste verhalen schetsen van (ex-)moslims die zelfs in het vrije Europa opgejaagd wild zijn, kan niet anders dan concluderen dat er een groot probleem is met de islam, ook in Europa. Een aantal van die ex-moslims schreven in een boek over de islam dat ik een paar jaar geleden samen met mijn vader publiceerde. Op het moment dat ik dit schrijf is dat boek onderweg naar de brievenbus van Asha ten Broeke, die er open voor stond het te lezen. Ik ben dan ook zeer benieuwd naar haar reactie.

Sam van Rooy is medewerker van het Vlaams Belang-studiecentrum en publicist. Hij is medesamensteller van en -auteur in ‘De islam. Kritische essays over een politieke religie’ en ‘Europa wankelt. De ontvoering van Europa door de EU‘. Je kunt hem hier op Twitter volgen.