Interview

Anton (A.H.J.) Dautzenberg, controversemachine

21-03-2014 10:58

Anton Dautzenberg schrijft alsof de duivel hem op de hielen zit, en legt de vinger op gevoelige maatschappelijke plekken. Dat weet niet iedereen te waarderen. ‘Ik heb een paar eenzame en vervelende jaren achter de rug. Iedereen trok zijn handen van me af. Ik heb een honkbalknuppel bij de deur staan, want soms worden die bedreigingen heel concreet.’ Gesprek met een man die de controverse aankleeft, tegen wil en dank. Hij is een van de opmerkelijkste schrijvers van Nederland en denderde met zijn debuutbundel Vogels met zwarte poten kun je niet vreten met veel rumoer de literaire wereld binnen. Sindsdien publiceerde A.H.J. Dautzenberg in hoog tempo de romans Samaritaan (2011), over zijn vrijwillige nierdonatie, en Extra tijd (2012), diverse interviews en essays, en de pamfletten Rock € Roll (2011) en Rafelranden van de moraal (2013). Hij publiceerde de Quiet 500, een magazine over stille armoede naar het voorbeeld van de Quote 500, een lijst van de vijfhonderd rijksten van het land. In maart gaat De Wet, Dautzenbergs eerste theaterbijdrage, in première bij toneelgezelschap Wunderbaum. En hij werkt met de gevallen hoogleraar Diederik Stapel aan een boek en theaterproductie.

Wat Dautzenberg ook doet, de controverse is nooit ver weg. Zorgde eerst Samaritaan voor de nodige beroering – zou het wel of niet waar zijn, die vrijwillige nierdonatie? –, vervolgens deed de bekentenis dat zijn interviews voor de VPRO Gids geheel of gedeeltelijk gefingeerd waren veel stof opwaaien. Toen hij het opnam voor vereniging Martijn en zich uitsprak tegen de maatschappelijke verkettering van pedofielen, was het hek helemaal van de dam. Ook zijn optreden tijdens de Nacht van de Polemiek in 2012, waarin hij niet alleen Tonio van A.F.Th. van der Heijden onder vuur nam, maar en passant ook de organisatie, het schrijversgilde én zichzelf, maakte de tongen los. En toen bekend werd dat hij samenwerkt met Stapel, werd het aanbod om een column te schrijven in het Maastrichtse universiteitsblad subiet ingetrokken.

Het mag dan ook geen verbazing wekken dat Dautzenbergs nieuwe verhalenbundel En dan komen de foto’s nog maar koud in de winkel lag toen de eerste ‘rel’ zich al aandiende. ‘Dautzenberg bekent dat hij geen nier heeft afgestaan’, kopten diverse media. In de bundel staat het verhaal A.H.J. Dautzenberg, een “zelfinterview” waarin hij “bekent” dat hij geen nier heeft afgestaan. Dautzenberg glimlacht. ‘Direct belde de redactie van Pauw & Witteman: je hebt ons belazerd! We lezen in je boek dat je geen nier hebt afgestaan! Dus ik zeg: “Luister, ik heb een verháál geschreven. Kunnen jullie niet lezen?” Bij alles wat ik zeg, vraagt men zich af: is het waar of is het niet waar? Mijn romans en verhalen worden waarschijnlijk kritischer gelezen dan de krant. Het blijft me verbazen dat mensen zo geïrriteerd reageren. Van een schrijver verwachten ze blijkbaar duiding van de werkelijkheid; die moet vertellen hoe het precies zit. Maar als er íémand mag fabuleren en de grenzen van de werkelijkheid mag opzoeken om een spiegel voor te houden, is het een schrijver. Ik onderzoek het begrip werkelijkheid en hoe mensen zich daartoe verhouden. De hele samenleving is feitelijk opgebouwd uit fictie.’

Hoe verhoudt jij je zelf tot fictie en eerlijkheid?

“Ik vind eerlijkheid niet zo belangrijk. Volgens mij liegen we allemaal de hele dag – grote en kleine leugens. Dat is hét overlevingsinstinct bij uitstek. Volgens mij redden we het niet zonder leugens. Zonder fictie. En toch vinden we de leugen een van de meest abjecte dingen van de mens. Ik ben in interviews eerlijk in die zin dat ik antwoord geef. Als je aan mij vraagt: heb je een nier gedoneerd, dan zeg ik: ja. En als mensen daar nu nog twijfels bij hebben, tja, dat mag. Bij een deel van de mensen heb ik de schijn tegen. Ik roep of schrijf niet zomaar iets om te provoceren; er zit altijd inhoud achter.

“Neem de kwestie-Martijn. Ik had daar een heel genuanceerd verhaal over, maar het is veel fijner om een duivel op iemand te projecteren. Dat is makkelijker dan die nuance toelaten. En dus ben ik een enfant terrible, een aansteller of een slecht mens. Alles passeert de revue. De Telegraaf kopte op hun site: “Pedofiele schrijver steunt kinderverkrachters.” Dát is het beeld dat de wereld in wordt gestuurd.’

Lees verder bij A•Quattro•Mani >>>

Lees hier de bijdragen van A.H.J. Dautzenberg aan ThePostOnline.

Tekening: Diederik Stapel.