Recensie

Martin Bril: ‘Gewoon een gehaaide, commerciële jongen’

22-04-2014 10:18

Eerbetoon of vriendendienst? De hele grachtengordel ging los maandagavond om Martin Bril te eren in een documentaire van Coen Verbraak. Begenadigd televisiemaker, gelauwerd met prijzen en de meester van het lange interview. Niks mis mee, maar toch?

Ik hou niet zo van postume documentaires waarin een columnist van de het Parool en later de Volkskrant alsnog, vijf jaar na zijn dood, tot een monument wordt verheven. “Een man met een geweldige eervolle baan” weet Barbara van Beukering te melden. Zij is de hoofdredacteur van Het Parool. “En voor onze lezers uit Drenthe”, zou Yvonne Kroonenberg kunnen zeggen, “dan weet u dat”.

Elite

Het interessante van dergelijke terugblikken na de dood van de goede vriend van Matthijs van Nieuwkerk is altijd, dat de mensen die iets roepen over de dode daar ook weer een status aparte door krijgen. Geeft weer voer voor nieuw prestige en geeft weer blijk dat zij ook allemaal tot de onbereikbare elite behoren, omdat ze voor een Amsterdamse krant schrijven met een kelderende oplage.

Martin Bril was de meest bekende en meest geliefde columnist van Nederland, was de strekking van het programma. Sorry, ik weet niet of dat zo is. Dat vindt zijn vriendenkring alsnog, maar Henk Spaan betrapte Bril toch ook op “routinematig” schrijven en terugkerende prozaïsche observaties, die uiteindelijk ook een kunstje werden. “De Chinees uit Hogeveen kwam ook elders weer terug en winkelruiten die weerspiegelden in een Trabant werd ook meerdere malen gebruikt”.

Relativeren

Spaan was de enige die de status van het fenomeen Bril enigszins relativeerde. De rest van de geïnterviewden waagde zich nog niet aan een minimale, kritische kanttekening, maar sprak louter in termen van heldenverering voor de schrijver. Het allerleukste over Bril is het feit dat hij gewoon een gehaaide, commerciële jongen was. Die vaak het automerk Volvo liet vallen, er zelfs voor de dealer een boekje over schreef, en dus gratis rond reed in een kanariegeel model. Die gratis at in de dure restaurants, vanwege zijn “sterrenstatus” bij de krant en die gewoon keihard onderhandelde met zijn voormalige hoofdredacteur Pieter Broertjes over zijn honorarium. Want Martin had veel nodig om dure pakken te kunnen kopen van Paul Smith, mooie Italiaanse schoenen en van fraaie auto’s en vrouwen was ie ook niet vies. Dus werd een column meerdere malen na wat kleine aanpassingen weer hergebruikt en opnieuw en elders gefactureerd.

Martin was vooral zeer geliefd bij de vrouwelijke lezer, van alle leeftijden. Die hebben maandagavond wel eventjes moeten slikken dat er achter die onbereikbare romanticus doodgewoon ook een flink stuk merchandising zat. Bril was een merk geworden, dat hijzelf en met behulp van anderen heeft gecreëerd.

Bewegingsvrijheid

Na een lange verslaving, altijd goed voor het imago en de verkoopcijfers mits je opkrabbelt, was de dagelijkse column in Het Parool de redding voor Bril. Vanaf dat moment had ie weer iets om voor te leven, de column bracht automatisch structuur, aanzien en vrijheid, die hij zo koesterde. Bij De Volkskrant kreeg ie meer bewegingsvrijheid, kon ie het hele land in en werd hij de “chroniqueur van het dagelijkse leven”. “De woorden zelf waren verbaasd over de zinnen waarin ze terecht kwamen, dat hadden ze nog nooit meegemaakt” omschrijft Van Nieuwkerk op groteske wijze de schrijfstijl van Bril. Klinkt als magie in de oren, maar heeft iedereen dat als zodanig al lezend daadwerkelijk zo beleefd? Ik vraag het me oprecht af.

Tijdens het jaarlijkse columnistenuitje eiste Bril dat hij aan tafel kwam bij de hoofdredactie van De Volkskrant, voor minder ging hij niet. En ook tot vlak voor zijn dood bleef hij columns schrijven, vaak onleesbaar door de flinke dosis morfine, die zijn pijn enigszins kon verzachten. Want schrijven doet leven. Bril was vooral onrustig, ongrijpbaar, want niemand van zijn buren op de grachtengordel heeft feitelijk hoogte van hem kunnen krijgen. Verlegen, schuw, na zijn verslaving bang voor de harde realiteit?

Afzonderen

Vroeger zag je weinig schrijvers op tv. Zelfs de grote drie zonderden zich een lange tijd af en kwamen met grote regelmaat met nieuwe titels, waar dan op een normale, gedoseerde manier aandacht aan werd besteed in de media. Want een schrijver hoorde in zijn hok. Zwoegend, ploeterend en als een kluizenaar slijpend aan zijn teksten. We leven nu in een tijdperk waarin boeken alleen nog maar verkocht worden, als de schrijver op televisie is geweest. Waarin een A.F.Th. van der Heijden én zijn vrouw alsnog leeglopen in respectievelijk “College Tour” en “Koffietijd” over de dramatische dood van hun zoon Tonio, hetgeen leidde tot een bestseller.

De documentaire over Bril zou niet misstaan als DVD-tje voor zijn intimi, en doorbreekt helaas de mystieke waas rond de columnist. Hoe mooi zou het niet zijn geweest als Bril, zonder eerbetoon en vol met vraagtekens, zó bij u en mij had voortgeleefd.