Recensie

Fair Trade is een zeepbel, geen oplossing

28-06-2014 13:56

Er is veel ellende in de wereld: armoede, hongersnood, klimaatverandering, ontbossing en ga zo maar door. Als gewone burger kun je hier nauwelijks iets aan doen. Je kunt hooguit lid worden van een goed doel en op een bepaalde politieke partij stemmen, maar dat lijkt allemaal een druppel op de gloeiende plaat. Er is behoefte aan manieren om de wereld te verbeteren waarbij je dagelijks een bijdrage kunt leveren en waarmee je elke dag het verschil kunt maken. Fair Trade is een voorbeeld. 

In een willekeurige supermarkt kom je Fair Trade op allerlei plekken tegen. Max Havelaar-koffie bestaat al heel lang, maar er zijn tegenwoordig ook bananen, cacao, sinaasappelsap en rijst van. De belofte is dat boeren in derde wereldlanden eerlijke prijzen ontvangen voor hun producten en zo aan armoede kunnen ontsnappen. De vraag is natuurlijk: is dat ook echt zo? Ndonco Sylla zocht het uit voor zijn boek The Fair Trade scandal: marketing poverty to benefit the rich. De titel zegt al genoeg.

Suggestie van hulp

Het debat over Fair Trade is een westerse aangelegenheid: van de mensen die Fair Trade aan de man brengen en van hun politieke tegenstanders, beiden uit het westen. De vraag is: schieten de landen en mensen die Fair Trade het hardst nodig hebben er echt iets mee op? We hebben het dan met name over Afrikaanse boeren beneden de Sahara.

Fair Trade suggereert dat wereldhandel samen kan gaan met een betere wereld. Op de wereldmarkt wordt de marktprijs gehanteerd en de prijs ligt daar bij Fair Trade boven, omdat de veronderstelling is dat boeren in ontwikkelingslanden niet van de marktprijs kunnen leven. Er is volgens Sylla echter geen bewijs dat de hogere prijs bij Fair Trade de productiekosten compenseert of een voor de producenten realistische prijs is. De kosten voor hun eigen consumptie spelen geen rol bij de prijsbepaling.

Individuele opbrengsten

Boeren krijgen bij Fair Trade een minimumprijs die hoger ligt dan de marktprijs, maar alleen voor de producten die daadwerkelijk tegen die prijs verkocht worden. Als niet alle producten tegen deze prijs weggaan worden ze alsnog voor een lagere marktprijs weggezet. Omdat boeren bij Fair Trade wel hogere kosten hebben, is het niet gegarandeerd dat ze er beter van worden of dat het hun inkomen stabiliseert. Fair Trade geeft hen geen zekerheid.

Onderzoek laat dan ook zien dat producenten voor Fair Trade niet aan armoede kunnen ontsnappen, al zijn ze vaak wel beter af dan hun buren. Er zijn vooral grote verschillen: in enkele gevallen is er een enorme verbetering in de leefsituatie van de boeren, in andere gevallen is die marginaal of is die geheel afwezig. Representatief onderzoek is echter nooit gedaan.

Wereldwijde impact

Hoewel de individuele boeren er dus bekaaid vanaf komen, gaat het volgens Sylla ook om de wereldwijde impact die Fair Trade heeft, omdat het een alternatief wil bieden voor neoliberale vrijhandel. Dit onderzoek geeft wel duidelijke uitkomsten.

De belangrijkste conclusie is dat de armsten niet profiteren. De armste landen doen nauwelijks mee aan het systeem, terwijl landen die relatief beter af zijn vaker meedoen. Dit komt onder andere door het soort producten: deze komen vaak uit Latijns-Amerika en niet uit Afrika. Het gaat bovendien om landen waar de handel in Fair Trade producten macro-economisch relatief onbelangrijk is.

Fair Trade is een marketingsucces in het westen, maar er is onvoldoende besef dat Fair Trade hooguit de situatie van arme boeren verzacht. Een betere aanpak is volgens Sylla dat de armste landen hun focus leggen op voedselproductie voor de eigen bevolking, in plaats van mee te doen aan internationale export. Dat klinkt alleszins redelijk.

 

Chris Aalberts is docent en onderzoeker politieke communicatie.