Recensie

Recensie: Zomergasten – David van Reybrouck

25-08-2014 09:55

Nederland en Vlaanderen worden verondersteld in hetzelfde taalgebied te liggen, David van Reybrouck bewees deze laatste Zomergasten van het seizoen het tegendeel: hij doet heel andere dingen met wat wordt geacht dezelfde taal te zijn die presentator Wilfried de Jong spreekt: het Nederlands.

Recensent dezes heeft afgeleerd Twitter te bekijken tijdens Zomergasten om een zo objectief mogelijk oordeel te kunnen vellen, maar iets zegt hem dat de goegemeente driftig de uitspraken van Van Reybrouck in 140 tekens probeerde samen te vatten (dat klopt dus als een bus, TPO). Want wat een quotemachine is die Van Reybrouck. Hij hield niet op de ene mooie zin na de andere eruit te gooien.

Maargoed, dit is dan ook een man die even stil wordt als hij van de markt meegenomen venkel, selderij en vijgen op zijn houten tafel (onduidelijk is of dat ook werkt met een plastic tafel of slechts een aanrecht) neerlegt om vervolgens bevangen te worden door de schoonheid van het leven. Dat kunnen (en willen) ervaren, getuigt van een romantisch hart en een poëtische geest.

Het fragment van de bezeten bokser-schilder Sam Dillemans (Mag die een keer in Zomergasten, Peter van Ingen?) was mieters. In een tirade die kunst op zich was sprak hij zich met ontbloot bovenlijf meppend tegen een bokszak uit tegen ‘de halve kunstenaar’, zij die ‘creatieve’ dingen doen maar niet voornemens zijn alles eruit te halen dat er in zit. “Iedereen is maar kunstenaar!”
Terwijl er volgens hem niets zo erg is als een ‘halve schilder’. Mensen sluiten compromissen terwijl de kunst deze volgens hem niet kent. “De lat moet zo hoog mogelijk liggen”, vatte Van Reybrouck samen.

De Friese dichter Tsjêbbe Hettinga, geboren in het ruige Friese land benoorden Bolsward kwam langs in de documentaire Yn dat sykjen sûnder finen over het zoeken zonder vinden. Zoon van een katholieke paardenhandelaar, behept met een oogziekte. Hij overleed vorig jaar, Van Reybrouck en hij kenden elkaar. Het tonen van het fragment was zowel een eerbetoon aan een oude vriend als een pleidooi voor meer hart en ziel in de poëzie: Hettinga wist het verschil tussen klei en leem terwijl de meeste poëzie door taalkundigen werd gemaakt. Ook die lat moest dus hoger.

Wilfried de Jong is een uitstekend interviewer wanneer het aankomt op verdriet en verlies. Toen van Reybrouck vertelde over de dood van vijf vrienden tijdens een wintersportvakantie – hun gondel in het Italiaanse Cavalese kwam naar beneden nadat er een Amerikaanse straaljager tegenaan vloog – zag de natie intense televisie zonder effectbejag. De Jong voelde haarfijn aan wanneer te zwijgen en wanneer te spreken.

Van Reybrouck belde die nacht de ouders van zijn omgekomen vrienden met de vreselijke tijding, het verdriet aan de andere kant van de lijn klonk als de “romp van een schip die openscheurde”.

Ook viel het hem op dat de herinneringen aan vrienden op zo’n moment in één klap tien jaar ouder lijken te zijn. “Het recente verleden van voor het drama wordt achteruit gekatapulteerd.” De gebeurtenis was voor de archeoloog de reden te gaan schrijven.

En zo had elk fragment te maken met het wezen van de schrijver, dat daar ook de kitsch van La Grande Bellezza en het afgezaagde kijken naar wolken bij hoorde nam de kijker op de koop toe. Zelf zei hij over zijn fragmentenkeuze in een interview met Humo:

“Wat me opviel toen ik die had, was dat ik geen fragmenten heb gekozen in functie van een bepaalde lijn of een bepaald argument. Da’s belangrijk. Ik ben vroeger dj geweest en ik weet dat je een geweldig nummer vakkundig kan verkloten als je het op de verkeerde plek brengt. Mijn keuze van fragmenten is eerder organisch gegroeid. Nadat ik een selectie had gemaakt, kwam de montagelijn vanzelf. Het is dus geen ultiem zelfportret geworden, maar als ik de verzameling fragmenten bekijk, dan moet ik toegeven: ik toon wel een beetje mijn universum.”

Het was meer dan aangenaam om drie uur lang in het universum van Van Reybrouck te verkeren.

En dat was dan Zomergasten 2014. De recensie over broodtrooster Freek de Jonge hier, Jim ‘Krokobil’ Taihuttu hier, de aflevering met Saskia Noort (waar De Jong niet op z’n best was, to say the least) hier, Reinbert de Leeuw en zijn kalasjnikov hier en de verrassende Ionica Smeets hier. Dan nog enkele stichtelijke woorden voor Peter van Ingen: Ik begrijp dat er gedoe is over kijkcijfers. Laat je niets aanpraten door zendercoördinatoren of andere omroepbaasjes. In het geval van Zomergasten luidt het adagium: Fuck de kijkcijfers!