The Portugal Post – Verlaat kakelfaat Nederland nu het nog kan!

21-09-2014 15:23

Bewerking van mijn lezing deze week voor de Nederlandse Club Algarve (NCA).

Leestijd voor mongolen met mavo 3: een halve dag

tppvierkant

En ik meen het, queridos amigos e amigas! Hoe houdt u het vol in dat pekelharingenreservaat? U weet toch wat Slauerhoff dichtte:

In Nederland wil ik niet sterven,

In de natte grond bederven

Waarop men nimmer heeft gleefd.

Dan blijf ik liever hunkerend zwerven

images (1)Deze week moest ik van de Speakers Academy® weer een lezing geven bij de Nederlandse Club Algarve, over lekkende incontinentieslips, al dan niet verplichte euthanasie, kankerverwekkende buttplugs, glutenvrije afrodisiaca en Prinsjesdag. Volgens de burgerlijke vaderlandse media is dit het beste kabinet sinds de Tweede Wereldoorlog – zo duidde ik de zaal die naar plas rook – een en ander in een land waar de massa Alexander Pechtold beschouwt als een hedendaagse Erasmus. Wat een geestelijke armoede! Men kan trouwens veel over Pechtold beweren maar ik heb uit betrouwbare bron vernomen dat de beste man noch homofiel noch homoseksueel is. Of dat jammer is laat ik aan de belanghebbenden en de kenners over. Pechtold lijkt wat mij betreft vooral op Stoffel de Schildpad met die rare bolle oogdoppen.

Ik zie hem overigens wel dwangmatig naar de hoeren gaan. Hij is een typisch en karakteristiek stouterdje, iemand die gekke en vooral hele vieze dingen (brown showers) in het geniep wil doen in plaats van gewoon een beetje de missionarissenstand neuken, en dat kost dan weer klauwen met geld zoals u net zo goed weet als ik. Laten wij elkaar geen mietje noemen.

De vrijmetselaarsloge in Albufeira

Na deze ontroerende openingswoorden was de euforie van mijn publiek over het schitterende gidsland Nederland goed als verdwenen. ‘U moet niet geloven wat er in de krant staat, vrienden. U wordt voorgelogen als een klein kind. Nederland gaat in rap tempo naar de haaien. En wiens schuld is dat?, brulde ik als een hedendaagse Goebbelsinho. Ik zal u maar niet vertellen welke etnicititeiten men allemaal de schuld gaf maar uiteindelijk hebben we maar afgesproken dat het allemaal de schuld was van de vrijmetselaarsloge en de Rotary en de Lion’s Club in Albufeira.

Ik snap ook niet, vervolgde ik terwijl ik met mijn vuist op de lessenaar sloeg, dat Nederlanders iedere keer weer gaan stemmen op die zoutzakken in Den Haag. Het is net zo als met de televisie: je komt thuis van het stempelen bij de Sociale Dienst en je zet de televisie aan, pakt een zak Jumbo-chips en een liter Brouwers Bier, schopt je vrouw, kinderen en hond een paar keer en om één uur gaat het ding weer uit en dan zeg je hoofdschuddend: helemaal kut, de Nederlandse televisie, net als de politiek en het Nederlandse voetbal. Maar toch weer gaan kijken de volgende dag, nietwaar. En dus gewoon weer gaan stemmen. De Nederlandse treurbuis is overigens van een onbeschrijfelijke droevigheid met al die kwallen, minkukels, zelfpijpers en zelfbeffers. Kijk, vroeger had je maar één net in de kleuren zwart-wit. Als de halfgoden Mies en Willem O. Duys op de verrekijk waren, was het stil op straat. De voordeur stond gewoon open!

De zaal hield de adem in. Ik zag mensen instemmend knikken, een traan wegpinken.

Fred Oster

En Berend Boudewijn niet te vergeten, vervolgde ik, met de haartjes nat in de pyjama op de bank, man man man, das war richtig schön! Toen kwam je niet zomaar op de televisie hoor! En nu, nu mag je er trots op zijn als je niet op de televisie bent. Eigenlijk vind ik Caroline Tensen nog het ergst, gadverdamme, daar wordt een man spontaan homofiel van. Het is een gewezen broedkip in de menopause met een totale minachting voor publiek en kijkers, een minachting die je vroeger wel eens zag bij Fred Oster, die man die die marmottenrace deed.

Fred Oster, showman extraordinaire

Fred Oster, showman extraordinaire

Eens had hij een biljet van duizend gulden en dat wapperde hij in het gezicht van een arbeider die aan die race mocht meedoen, ik meen dat Albert Mol ook meetrippelde. Toen zei hij tegen die noeste arbeider; ooit zoveel geld gezien, beste man? Nou ja! Goed, Caroline Tensen had enige tijd geleden een programma, Babyboom in Afrika, en dat ging warempel drommels nog aan toe over de arme negertjes in Afrika. Alsof wij nog melkdoppen aan het sparen zijn voor de zending!

Een paar oudjes in de zaal in Albufeira werden nu recalcitrant en begonnen met plastic bekers en pillenstrips te gooien.

Inzake minister-president Mark Rutte

‘Prinsjesdag dus, oudjes’, kalmeerde ik de Nederlandse expat-kolonie. Dat je positief en nietsvermoedend op de VVD stemt als liberale homo met een goedlopend winkeltje in lederen onderbroeken of kookspullen en dan blijkt die puistenkop van een Rutte ineens stiekem met de godverdommense SGP of met die gluiperds van de PvdA in zee te zijn gegaan.

Het was tijd voor een plasplauze en ik draaide een leuk plaatje van Hausmagger, opgedragen aan minister-president Mark Rutte.

Getrouwd met de PvdA

Ik heb eigenlijk wel respect voor de SGP, zo vertelde ik na de pauze. Ik had het daar vaak over met de historische uitgever Martin Ros. Die vond het heerlijk om naar de landdagen van de SGP te gaan om dan sigaren te roken en jenever te nippen met de mannenbroeders en over wielrennen, predestinatie en de meesterwerken van John Bunyan te lullen. Goed, sigaar en jenever maakten bij mij alras plaats voor rum, crack en kommersjele sekswerksters en van lieverlee ging ik PvdA stemmen, tegen het stemadvies van mijn dierbare ouders in. Ik was getrouwd met de PvdA en ging ik nog regelmatig naar de landdagen op de Paasheuvel in Lunteren. Het viel me vooral op dat niemand elkaar vertrouwde, er hing een hele enge sfeer, mensen waren geveinsd aardig. Het zijn natuurlijk allemaal jobhoppers, dus iedereen was op zo een landdag reten aan het leeg zuigen en op andere wijze naar baantjes aan het hengelen. En nu stem ik helemaal niet meer, alleen nog mijn piano. ik trek mij, gedesillusioneerd en zonder enige vertrouwen in de menselijkheid, morrend terug en af in het Algarviaanse oerwoud en denk met weemoed aan Boer Koekoek, en aan zijn geile kuif! De zaal schrok wakker. Dat vonden ze geestig, dat ik naar Boer Koekoek verwees.

Koekoek Abraham

Boer Koekoek en Vader Abraham

Naked Weather Girls

‘Waarom bent u eigenlijk in de Algarve gaan wonen, doctorandus Van Amerongen? vroeg een octogenariaan in de zaal. Ik moest even slikken en was overrompeld door zoveel assertiviteit. Ik gebaarde de man dat hij moest bedaren omdat ik anders niet verder zou gaan met mijn lezing. ‘Vanwege het weer, opa’, antwoordde ik vervolgens adrem (u kent mij). Ik wapperde met mijn zakexemplaar van de Enkhuizer Almanak, een erfstukje van papa en een meesterwerk van de Nederlandse literatuur. Mijn vader had een enorme weerbibliotheek en allemaal Okkietrooi-achtige meetapparatuur in de tuin. Als het had geregend liep hij naar zijn druppelaar of iets dergelijks in de tuin en verklapte hij moeders de vrouw en de kinderen precies hoeveel millimeter er gevallen was terwijl wij dat ongeveer wel wisten want de plassen stonden in de tuin. Van Pelleboer moest hij niks weten, en Tjerk Vermaning vond hij ook een oplichter, en Lou de Palingboer, en Heer Olivier, en Nina Brink en ga zo maar door want mijn vader was een goudeerlijk mens. Wat wij niet wisten, was dat hij soms stiekem bij de buren naar het Naked News ging kijken, en in het bijzonder naar de Naked Weather Girls, dat vond hij allemachtig mooi, en dat begrijp ik ook wel.

naked weather

Treurige hoosbuien in Brussel

Ik vertelde opa dat ik vier jaar in Paraguay woonde (een van de heetste landen van Zuid-Amerika), louter vanwege het weer en vanwege mijn werk als nazi-jager. Vanwege een ongelukkige liefde ben ik in eigenlijk puur toevallig in Portugal verzeild geraakt. Het is geen hoerenparadijs, verzuchtte ik, en dat begrepen de mannen in de zaal wel. Maar het weer hier is toppie, riep ik enthousiast. De afgelopen week hadden voor het eerst in zes maanden een heel klein miezerig regentje. Dat was genieten hoor! De werkelijkheid, geachte abonnee van The Portugal Post, gebiedt mij te zeggen dat het weer mij mijn reet kan roesten eerlijk gezegd al werd ik knap depressief van de treurige hoosbuien in Brussel. Toen ik daar mijn legendarische bestseller & pageturner Brussel:Eurabia schreef en dagelijks kilometers vrat in kansmuzelmannenghetto’s als Molenbeek en Schaerbeek, viel die troep met bakken uit de hemel. Even dacht ik dat de Heer Allah mij aan het dwarsbomen zat maar Allah bleek na mijn onderzoek van een jaar gewoonweg een verzinsel van mensenkinderen te zijn. En alles stonk vreselijk door die Broekaandezennense regen, wat kunnen Belgen toch meuren in die goedkope confectiekleding die kennelijk nooit naar de stomerij gaat. Op zich rook een klamme bournous best wel fris tijdens zo’n zondvloed, dat dan weer wel.

40 graden onder nul in Providence, Rhode Island

Eigenlijk ben ik dol op de koude, dan functioneren mijn hersens gewoon een stuk beter. Ik heb het eens heel koud gehad in Providence, Rhode Island. Ik was op Kreta een soort Allen Ginsburg tegengekomen (joods, gay en een klein druks- en dranksprobleem) en ik had in mijn oneindige wijsheid hem besloten op te zoeken in de winter, daar in Providence dus. Nou, de Voorzienigheid liet me mooi in de steek want het was 40 graden onder nul, zo rond Kerstmis. Stond die mijnheer heel hijgerig in zijn blokhut te roepen: trek gerust mijn warme ondergoed aan, lekker ding. Nou, dat waren de zogeheten Long Johns, lange wollen onderbroeken waarin je nog meer voor lul loopt dan in een tutu! Enfin, ik was van de aanstootgevende leeftijd en mocht gratis freebasen van die mijnheer, dus mij hoorde niemand klagen.

De zaal was nu bijna in slaap gevallen en ik besloot met een citaat van Gerard Reve over het het weer.

Maar vandaag is het zaterdagavond, en het grootste gedeelte van de dag heerste er het ‘weder van alle mensen’ (Vroeger schreef ik ‘weer’.) Eens, jaren geleden, toen ik na een lezing op het land diverse vragen van toehoorders moest beantwoorden, vroeg mij een dame, of ik het niet met haar eens was, dat het in mijn werk beschreven ‘weder van alle mensen’ zich vooral op Zaterdagen

voordeed. Ik heb altijd reeds vermoed, dat het zo was, maar telkens tot mijzelve gezegd je verzint maar wat, het is alleen maar verbeelding. Maar de dame die had het evengoed in de gaten, en door die zeer verstandige vraag die ze mij stelde gaf zij mij ‘in belangrijke mate mijn zelfvertrouwen terug’. Het is waar: het weer heeft statisties een voorkeur voor de Zaterdag. En waarom? Hoor eens, ik heb de wereld niet gemaakt. Laat ons dankbaar zijn, dat er een mysterie is. De mensen zijn nooit tevreden.

(…)

“Wat is overigens dan dat ‘weder van alle mensen’? Het heeft iets onbestemds. Het is dan vrijwel windstil, en het is noch zeer koud noch zeer warm. Af en toe breekt de zon door, doch slechts voor heel kort en met een beknepen, okeren licht. Tegelijkertijd met die kortstondige verschijning van de zon verheft zich heel even een windvlaag, die proppen papier, zand en stof op de grond doet rondwervelen. Men moet dan denken aan vroeger en men gevoelt zich zeer sterfelijk.

Enfin, Het Geouwehoer Waar Gods Zegen Op Rust.