Leven

Mans’ Brulding: echte brommers

23-05-2015 16:00

Puchtank

 
Laat ik het zo zeggen, een vergelijking tussen de brommers van toen en nu is als het verschil tussen staand pissen, wat kerels doen, en zittend pissen, wat wijven en mietjes doen (en ik, maar dat is een ander verhaal). Zeg nou zelf, je zit op zo’n scooter van tegenwoordig alsof je op de plee zit.

Om te voorkomen dat je vieze handen krijgt, zit het moderne 50 cc’tje geheel ingekapseld. Zo word je in je vormende jaren dus nooit handig met genummerd staal, schroevendraaier of universeel gereedschap No.1, de hamer. En de vijl natuurlijk. Noodzakelijk om de spoelpoorten in de cilinderwanden, die van Rijkswege nogal benepen zijn, ruimdenkender te maken.

Een echte brommer moet je aantrappen. Vroeger moest je sowieso trappen. Althans, het moest kunnen om invulling te geven aan de definitie van je Puch, Kreidler of waar je maar vieze handen van kreeg. Ook al vijlde je het ding naar 90 km/u, het bleef een ‘rijwiel met hulpmotor’. Niet dat ze voor een meter te trappen waren als de hulpmotor het begaf. Je gebruikte de trappers daarom alleen om de motor aan te trappen. Wat op slordig gevijlde exemplaren best een vak was.

Puch hulpmotor – typisch vanwege de geforceerde luchtkoeling (foto: screenshot youtube)
Puchkoeling
 
Van de benen die over het zadel of de buddy werden gezwaaid waren er ruwweg twee soorten. Zij met iets Puch-achtigs, en zij met iets Kreidler-achtigs. De twee volkeren waren onderverdeeld in stammen en clans, met de Dijker (Kreidler) en Pleiner (Puch) clans als meest bekende. Iets minder bekend, maar zeker kleurrijk, waren de Beatniks. Zij deden hip op iets Puch-achtigs. De streng-preciezen onder hen waren echter weinig rekkelijk als het Puch-achtige een Tomos betrof. Volgens sommigen een non-hippe nep-Puch (Kreidler clans gedroegen zich beduidend minder rassisties tegen Zündapp discipelen).

Van de twee hoofdvolkeren werden de Kreidler clans het stoerst gevonden. Volkomen lulkoek natuurlijk.

Om met een Puch harder dan 30 km/u te durven gaan, had je stalen ballen nodig. Een echte Puch was namelijk krom, waardoor het ding niet spoorde. Om te stoppen voor naderend onheil zaten er wel remmen op, maar deze verlegden alleen het impactmoment een paar tienden van seconden.

Voor dit moment kon de Puch wel voorzien worden van een hoog stuur met breed van elkaar verwijderde handvatten zodat je zonder hier vervelend aan te blijven hangen kennis kon maken met het impactobject. Wat overigens vanwege de sporing, het gebrek aan ~, meestal de grond was.

Een echte Puch had een hoog stuur met vangende dwarsstang -zie links, of een hoog stuur voor een vrije vlucht -zie vooraan (foto: screenshot youtube)
Puchsturen

 
Niet alleen toonden de Puch clans dus aanzienlijk meer doodsverachting, ze trotseerden weer en wind ook fier rechtop met hun handen breed en hoog aan het stuur. Laffe nozems daarentegen doken bij de eerste druppels laag op de tank achter hun iele stuurtjes (laag op een Mobylettje is wel stoer).

Kortom, wie waren dan de echte kerels? En, wie zijn het nu? Eén in ieder geval niet. Ene Holleeder. Onze grootste bandiet rijdt op een Vespa scooter. Met zo’n mietjesscherm voorop om droog te blijven.

Vespa model Holleeder (foto: www.w-lies.nl)
scootervespaLX
 

Dit stuk is een ode aan de bikkels van de kâhwe klâhwe clan. Die ze in januari weer kregen om te koesteren.
 

Haagse Kâhwe Klâhwe 2015

Amsterdamse clan (waar de foto’s uit geknipt zijn)

 

(Titelfoto: screenshot youtube)