Column

De nieuwe Opzij sluit niet aan bij de nieuwe feminismen

22-05-2014 11:29

Opzij heeft een nieuwe hoofdredacteur. Ze heet Irene de Bel en ze beschrijft zichzelf als “een bakfietsmoeder uit Amsterdam-Zuid”. Opzij moet geen feministisch maandblad meer zijn, maar een opinieblad voor vrouwen. Zo hoopt De Bel “de nieuwe generatie feministen” aan te spreken die “vooral op internet hun heil zoeken”. Dat zal haar niet gaan lukken. De Bel staat namelijk voor wat veel feministen nu zien als de grootste fout van het feminisme van weleer: de norm van de witte middenklasse cis heterovrouw.

Vooraf eerst dit: hét feminisme bestaat niet. Er bestaat geen eenduidige gemeenschap met gedeelde overtuigingen. In plaats daarvan zijn er heel veel verschillende smaken met soms tegengestelde opvattingen. Het is dan ook onzin om het feminisme dood te verklaren. Dat gebeurt desalniettemin aan de lopende band en altijd vanuit hetzelfde frame: het feminisme zou gaan over zeuren en klagen. Vrouwen die dat vinden stellen dan vaak hun eigen variant voor die daar nu eindelijk eens mee af gaat rekenen. De Bel hanteerde exact dit frame bij De Wereld Draait Door waar ze verkondigde dat het positiever moet, met humor en zelfspot. Zelfreflectie zou gepaster zijn.

Feminien niet feministisch

Aan tafel bij DWDD vertelde De Bel dat ze graag een opinieblad voor vrouwen wil maken. Typische vrouwenonderwerpen zijn voor haar gezinsonderwerpen, zoals of je het middelste kind bent en rechten van vaders. De Bel wil gaan inspireren en denkt in termen van rolmodellen. Ze is daarom blij met het Beyonce en vindt Ban Bossy een goede campagne.

Het feminisme dat De Bel voorstaat is net als dat van Beyoncé een uiterst minimaal en vrijwel a-politiek feminisme, dat de nadruk legt op bewustwording en waar niemand het mee oneens is. Dat lijkt goed nieuws voor Opzij’s uitgever Veen Media: zo’n blaadje zal niemand voor het hoofd stoten. Maar van dat soort bladen zijn er al een boel: ook de Linda, Marie-Claire en Flair vinden het reuze belangrijk dat vrouwen hun ambities volgen en dat vrouwen evenveel verdienen als mannen. De verschuiving van Opzij van feministisch naar feminien is zo bezien qua onderscheidende positionering een domme zet.

Weg met hokjes

De nadruk op vrouwen en vrouwelijkheid is extra opmerkelijk als je ontwikkelingen in feministisch denken beziet. Er bestaat niet zoiets als “de nieuwe generatie feministen”, maar er zijn wel nieuwe benaderingen sinds de jaren ‘70. Zo is er de queer theory van onder andere Judith Butler. Zij bekritiseert de dichotome tegenstelling man/vrouw. Identiteit is voor aanhangers van deze benadering meervoudig (je bent niet alleen vrouw, maar ook Amsterdammer), fluïde (je hebt zowel mannelijke als vrouwelijke aspecten, in meer of mindere mate) en instabiel (niet vaststaand of natuurlijk gegeven).

Een tweede belangrijke interventie is het intersectionalisme (klik hier voor een simpele uitleg met plaatjes). Zwarte feministen uitten in de jaren ’80 kritiek op wat zij een eenzijdige en uitsluitende focus van de Tweede Golf vonden. Er kwam aandacht voor verschillen tussen vrouwen. Nu weten we dat gender altijd in interactie is met andere dimensies van identiteit zoals ras, seksualiteit, etniciteit, burgerschap, klasse, leeftijd of het al dan niet hebben van handicaps.

Bakfiets-bril

De feministen die op internet hun heil zoeken –aan wie De Bel zo graag haar blad wil verkopen – zijn volop bezig met de contextuele verschillen in de ervaring van gender. Aan Irene de Bel lijken queer theory en intersectionalisme echter niet besteed. Ze denkt in termen van vrouwenonderwerpen waarbij vrouw en vrouwelijkheid hetzelfde zijn en die bovendien gekoppeld zijn aan heteroseksueel moederschap. Er lijkt bij haar geen plek te zijn voor singles, moslima’s of transgender mensen – om maar eens wat te noemen. Dat betekent ook dat ze de aansluiting met nieuwe feminismen volledig mist

Vooralsnog, want De Bel is nog niet begonnen. Ik hoop dat zij kennisneemt van de lessen die feministen hebben geleerd sinds de Tweede Golf. Ik hoop dat ze haar bakfiets-bril afzet en over de randen van Amsterdam-Zuid gaat kijken. Ik hoop dat ze van Opzij een insluitend blad maakt dat de status-quo bekritiseert, dat de macht op pijnlijke plekken aanspreekt, dat schuurt. Ik wens haar, kortom, veel succes.