Column

Laat er ruimte zijn voor weloverwogen kritiek op Israël

01-10-2014 14:55

En ja hoor, daar gingen we weer. Een heel essay lang. Het zou, aldus Elma Drayer, heden ten dage een zogenaamde ‘opinion chic’ (mooie Franse term!) zijn om de ‘Palestijnse zaak’ te bepleiten, en om Israël te beschouwen als een historische vergissing – een soort duister gat in een verder keurig verlicht Midden-Oosten. Het zou in de kringen die ertoe doen tegenwoordig bovendien normaal zijn een oogje dicht te knijpen voor de weer welig tierende Jodenhaat.

Sterker, Drayer had voor de gelegenheid wat research gedaan, wat oude nieuwskliekjes opgewarmd, een rapper beluisterd, een stukje van een ex-politicus gelezen, en in de krochten van het internet – op Twitter, en in de comments op nujij.nl – na lang speuren harde bewijzen gevonden voor wat ze eigenlijk al die tijd al voorvoeld had: dat de weldenkende goegemeente, die bij voortduring verontwaardigd roept dat kritiek op Israël niet hetzelfde was als antisemitisme, eigenlijk gewoon zo antisemitisch is als wat. En dat, impliciet, antisemitisme dus een soort van opinion chic is.

Spijker, kop, raak

Poeh. Het is, als je wat anders tegen Israël aankijkt dan Drayer, een nogal verbijsterend betoog, dat je eigenlijk het liefst meteen weer zou vergeten—ware het niet dat er al dagen van allerlei kanten een goedkeurend gemompel klinkt. Die Drayer zou de Israëlkritische spijker toch maar weer mooi op de antisemitische kop hebben geslagen.

Als je de reacties her en der ziet, zou je wellicht zelfs denken dat Drayer zich niet tegen een opinion chic verzet, maar er van de week met veel verve een neergepend heeft.

Dat is ook niet zo gek: het stuk van Drayer is een fantastische aaneenrijging van een aantal drogredenen waarmee ‘vrienden’ van Israël hun retorische opponenten bij voortduring om de oren plegen te slaan. Wellicht kan het voor Drayer en al haar enthousiaste lezers geen kwaad nog even een paar zaken op een rijtje te zetten.

Een land als alle andere?

In tegenstelling tot wat Drayer beweert, is Israël namelijk niet een land als alle andere, en dat in meer dan één opzicht. Eerst en bovenal: onze westerse (post-)christelijke cultuur is diep verbonden met het land dat we nu deels Israël noemen. Het belangrijkste verhaal dat ten grondslag ligt aan de belangrijkste feestdag op de westerse kalender speelt zich af in plaatsen die nu in de bezette gebieden op de westelijke Jordaanoever liggen. Christelijk of niet, vrijwel iedereen groeit op met die verhalen, en ontwikkelt een band met dat gebied die men niet ontwikkelt met, pak hem beet, het Nijldal, of Nigeria.

Het is niet meer dan logisch dat er in onze westerse wereld een grote betrokkenheid is bij precies dit gebied, en dat iedereen er een mening over heeft. De vraag stellen waarom het toch steeds juist Israël is dat op zoveel kritische belangstelling kan rekenen, zoals Drayer doet (en met haar vele anderen), komt feitelijk neer op het ontkennen van de wortels van onze westerse, joods-christelijke cultuur. Je kan je in alle oprechtheid afvragen hoe groot de westerse betrokkenheid zou zijn geweest als Theodor Herzl inderdaad een Joodse staat zou hebben gesticht in Kenia, zoals de Britten hem in 1903 aanboden.

Massale ontworteling

Er zijn behalve Israël ook vrij weinig landen in de wereld wier stichting gepaard ging met grootschalige massa-immigratie en met de massale ontworteling van een er al wonende bevolking. Los van de achterhaalde discussie over de legitimiteit, in 1946, van de zionistische claim op het land, zijn de demografische veranderingen in de jaren rondom de stichting van de staat Israël niet te ontkennen. Arabische dorpen werden verlaten, en vervangen door dorpen met een Joodse naam. Families verkasten naar plekken waar ze soms nooit eerder geweest waren, en zagen hun huis nooit meer terug.

Dat laat littekens na die zich tot op de dag van vandaag laten voelen – bij direct betrokkenen en bij mensen die zich met hen verwant voelen. Dat ontkennen – of bagatelliseren – is enigszins bizar: ieder jaar op vier mei herdenken wij in Nederland, nog steeds soms met ontzettend veel emotionele betrokkenheid, doden en leed uit een conflict dat zich in precies dezelfde periode afspeelde, maar de voortdurende culturele impact van de Naqba op de Arabische wereld mag blijkbaar in onze blik op Israël geen plaats hebben: Israël moet een land als alle andere zijn.

Stropoppen

Maar het echte probleem met Drayer’s betoog zit hem niet in de wat opvallende uitspraken die ze doet over Israël. Het echte probleem zit hem in de mate waarin ze een schijnbaar op zich redelijke en serieuze politieke positie – dat je kritiek hebt op Israël – verdacht maakt door haar stilzwijgend in het extreme te trekken – Drayer maakt ervan dat je het bestaansrecht van Israël ontkent – en dat dan weer te koppelen aan allerlei antisemitische uitspraken van malloten op het internet en aan het verstoorde wereldbeeld van een rapper.

Alsof de antisemitische waanzin noodzakelijkerwijs voortvloeit uit de kritiek. Alsof iedereen die kritiek heeft op Israël de hele dag stuiterend anderen voor ‘filosemiet!’ loopt uit te schelden. Alsof je niet iedere mogelijke politieke positie over welk onderwerp dan ook in het onhoudbare kan trekken door maar lang genoeg te zoeken naar verbale uitspattingen in de krochten van het internet: ieder standpunt trekt malloten aan, en dat zegt niets over de mate waarin een standpunt verwerpelijk of omarmbaar is.

Les opinions chics

Drayer maakt zich de laatste tijd nogal druk om zogenaamde opinions chics ­– ze gebruikte de term ook al in een nogal verbeten aanval op Femke Halsema, vorige maand. Het leest als een soort hedendaags elitairs voor ‘politiek correct’ (lees: linksprogressief). Dat is feitelijk mal: een sjieke opinie is niet links of rechts, en niet progressief of conservatief, maar vooral goed onderbouwd door inhoudelijke argumenten. Een opinion chic kenmerkt zich niet door stropoppen, verdraaiingen en selectief winkelen in de krochten van het internet, maar door een doordachte, weloverwogen analyse. Die heb ik, als het over Israël gaat, vanuit beide kampen gelezen, maar Drayer’s verwarde betoog dat kritiek op Israël feitelijk vaak antisemitisme is hoort daar beslist niet bij.