Column

Mannelijkheid verkeert niet in crisis

24-04-2014 11:06

Be a man”. Volgens voormalig NFL-speler Joe Ehrman zijn dat de drie “most destructive words” die een jongen hoort. Ehrman komt aan het woord in een filmpje over mannelijkheid. Samen met jeugdwerkers en wetenschappers legt hij uit dat jongens hun emoties niet kunnen uiten. Dat komt, zo leren we, omdat zorgzaamheid, relaties en empathie ‘vervrouwlijkt’ zijn. Gevoelens en daarover praten zien we als teken van vrouwelijkheid. Omdat vrouwelijkheid voor mannen een scheldwoord is, kroppen jongens alles op. Het resultaat is geweld – in de vorm van vechtpartijen, zelfmoord en school shootings.

Het filmpje is gemaakt door The Representation Project, een organisatie die zich druk maakt over genderrepresentatie. De boodschap is zwaar. Als maatschappij laten we jongens en mannen in de steek en daarvan krijgen zij psychische problemen. Deze noodsituatie is volgens de organisatie ontstaan omdat jongens bang zijn met vrouwelijkheid geassocieerd te worden.

Te veel of te weinig feminisering

Zulke verhalen over mannelijkheid in crisis horen we vaak. Problemen waarin jongens en mannen excelleren – drugsgebruik, seksverslaving, pornoverslaving, gameverslaving, agressie, verkrachting enzovoorts – worden dan benoemd als mannenproblemen. En een mannenprobleem zal dan wel iets te maken hebben met mannelijkheid. De volgende denkstap lijkt ook logisch: mannelijkheid is in crisis en dat komt door vrouwelijkheid!

We zien echter ook berichten over mannelijkheid in crisis die juist de andere kant opgaan. Mannen ontharen hun borst en oksels. Mannen dragen handtassen en corrigerend ondergoed. Mannen nemen een boyzilian. Bij deze crisis gaat het ook om vrouwelijkheid, maar juist om een teveel aan vrouwelijkheid. Je druk maken om uiterlijk zien we immers als vrouwelijk. Daarnaast bestaan er zorgen over de feminisering van het onderwijs of zelfs de feminisering van de Tweede Kamer. Dit is een verwijt van te veel aandacht voor gevoelens. Hierdoor zouden jongens en mannen (te) soft worden.

Heersende mannelijkheid

Gaat mannelijkheid nu kapot door te weinig vrouwelijkheid of juist door een teveel? Welk kamp heeft gelijk? Het antwoord is geen van beiden. Mannelijkheid verkeert niet in crisis.

Mannelijkheid is een relationeel begrip: het bestaat bij de gratie van vrouwelijkheid. De Australische socioloog R.W. Connell schreef in 1995 Masculinities, het meest geciteerde boek over dit onderwerp. Volgens Connell is er geen sprake van een crisis van mannelijkheid, want mannelijkheid is geen systeem. De term verwijst naar een bepaalde plek in het systeem van genderrelaties. Dat gehele systeem is ontwricht. Er is ook niet één mannelijkheid, maar er zijn meerdere clusters. Zo onderscheidt Connell heersende, ondergeschikte, medeplichtige en gemarginaliseerde mannelijkheden.

Machtsstrijd

Zo bekeken zijn de twee soorten zorgen niet tegenstrijdig. Hun gelijktijdigheid kunnen we zien als een symptoom van de crisis van het gendersysteem. Niet alleen is de balans tussen mannelijkheid en vrouwelijkheid verstoord, maar ook wat gezien wordt als heersende of ondergeschikte mannelijkheid is in beweging. Het gaat dus niet alleen om hoe mannen en vrouwen zich tot elkaar verhouden, maar ook over hoe mannen zich tot andere mannen verhouden. Denk daarbij aan hetero versus homo of aan autochtoon versus allochtoon.

Deze analyse helpt ons meer gekke tegenstellingen in onze maatschappij te begrijpen. Hoe komt het dat speelgoed steeds meer seksegesegregeerd is, terwijl er op de arbeidsmarkt juist minder sekseongelijkheid is? Als we de conservatieve folders van Bart Smit zien als reactie op de crisis, snappen we dat die gelijktijdig bestaan met mannenmake-up. De huidige populariteit van de baard doet daar eveneens geen afbreuk aan.

Typische lust

Sommige soorten mannelijkheid komen op, andere soorten verliezen hun dominantie. Sommigen hebben iets te winnen, anderen iets te verliezen. Let op! Het gaat hier dus niet om een strijd tussen de seksen waarin partijen bewust knokken, maar om veranderende opvattingen van wat we zien als typisch mannelijk en typisch vrouwelijk. Zo’n verschuiving is trouwens geen historisch nieuwtje: vroeger vonden we hoge hakken typisch mannelijk en seksuele lust typisch vrouwelijk.